Aandachtsoefening
Je gaat zitten, goed zitten, stil zitten en doet helemaal niets anders dan zitten...
Je wordt gewaar wat je lichaam allemaal doet ook als jij helemaal niets doet....
Merk op wat je meemaakt, luister naar wat je lichaam je meldt...
Je keert terug tot je lichaam en je ontspant het door van boven naar beneden alle plekjes, alle spieren langs te gaan en vrede toe te wensen...
Merk op wat je meemaakt...
Je bent nu in een uitstekende conditie om een spirituele tekst te horen en te overwegen...
Merk op wat je allemaal moet doen om terug te keren naar je gewone manier van doen. Probeer toch de gewaarwording van het ingekeerd zijn vast te houden.
Gewaarwordingen van deelnemers:
“... een wonderlijke rust, die toch niet meditatief is: Ik zit hier gewoon, en voel me prettig. De verandering ontdek ik als de conducteur langs komt: ik zie hem, ontvang hem, kijk hem aan, laat hem gaan. Een rustige, vloeiende en rechtstreekse omgang met een ander die in mijn leven komt. Het keren opent mij voor mijn omgeving en voor andere mensen.”
"Tijdens het oefenen van het inkeren schoot mij het verhaal van Martha en Maria te binnen: Van wie moet ik toch de bezige Martha zijn? Ik verlang er zo naar om net als Maria te kunnen luisteren. Clara en Franciscus maakten ook tijd vrij voor God (boek). Na dit inzicht is het inkeren een goed begin van de dag. Ik mag in alle rust zitten; een fijne oefening in luisteren."
"Een duif roept en roept / en hoort of er antwoord komt / ik hoor met hem mee"
"Ik heb een houding of een brandend kaarsje nodig om tot inkeer te kunnen komen. Ze verbinden mijn gedachtenstromen in een cirkel, zodat de chaos tot zichzelf komt."
"De lente daagt al / mijn lijf doet niets en leeft / rust in beweging"
Vervolgoefening
Aanwezig zijn bij jezelf. Je lijf laten, volgen, gewaarworden. Zoek het hier, je kern.
Je kern bewegen door je lijf, steeds hier. Zoals een kind zegt op de vraag: “Waar doet het pijn?” “Hier!”
Bij je kern blijven en als het ware ‘ruggelings’ de ruimte van het hier vergroten, tot buiten je huid.
Terugkeren naar je kern.
Je oren openen zich naar je omgeving. Vanuit je kern proberen ‘ruggelings’ naar dat geluid te gaan. Bij het geluid zijn. Daar is ook hier. Aanwezig zijn bij dat geluid, en het de vrede wensen.
Je ogen openen zich naar de kaars hier voor je. Wees bij de vlam. Daar is ook hier. Aanwezig zijn bij de vlam, en het de vrede wensen.
Terugkeren naar je kern.
De ruimte van het hier vergroten tot buiten je huid. Je bent daar waar jij je aandacht op richt: het hier is ook daar. Je lijf verruimt zich door bij de dingen daar te zijn. Daar is ook hier.
Vanuit die dingen terugkijken naar je kern: hoe zien ze jou en spreken ze je aan?
‘Ruggelings’ de ruimte van het hier vergroten tot aan de einder van jouw waarnemingsveld. Zó uitgebreid is jouw lijfelijke aanwezigheid, zó groot is het hier.