Bij het werken

En wij waren ongeleerd en aan iedereen ondergeschikt. En ik werkte met mijn handen en ik wil werken; en ik wil beslist dat alle broeders lichamelijke arbeid verrichten, die bij onze levenswijze past. Wie dat niet kan, moet het leren, niet uit zucht om arbeidsloon te ontvangen, maar omwille van het voorbeeld en om lediggang uit te bannen. En als ons geen arbeidsloon gegeven wordt, mogen wij onze toevlucht nemen tot de tafel van de Heer door van deur tot deur een aalmoes te vragen. (Franciscus, Testament, 19-22).