Aandachtsoefening

Je gaat een ruimte binnen waar andere mensen zitten 

    Wees bij hen aanwezig 

Communiceer zonder uitdrukkelijk contact met hen te maken 

    Voel hun aanwezigheid 

Ga eens na wat je allemaal met hen deelt, één ruimte, één tijd, één leven, één kwetsbaarheid... 

    Voel de gemeenschap 

Verplaats je in hen en geef hen plaats in jou, probeer voelend contact te maken met hun voelen 

    Hoe ervaart de gemeenschap jou, hier en nu?

 

 

Een gewaarwording uit de dagelijkse praktijk:

“Na het avondeten gaan we samen even op de grond liggen. Gewoon in de huiskamer op de vloer! Hij vond dat ik het nodig had om te “aarden” en wil ook laten voelen dat hij bij mij is. We liggen intiem in elkaars armen, knuffelen wat, maar het wordt nooit seksueel. We voelen elkaars nabijheid.”

Vervolgoefening

a) Kijk naar je handen, luister naar je hartslag, voel je lijf. Van wat of wie ben jij een beeld: welke mensen, gebeurtenissen zijn er – als lidtekens – in jou herkenbaar? Wie en wat draag jij in je hart als herinnering en opdracht? Herken je jezelf?

b) Wens het de vrede; kun je, net als Franciscus van de melaatse, van de ander in jezelf de vredeskus ontvangen?

c) Kies een voorwerp – kruis, beker water, schaal, steen, plant, kleed, boek, kaars, brood, fluit, ring, ketting, mes, gordel, wit blad, hoofddeksel – neem het op en draagt het als teken, zichtbaar voor iedereen, iets waar jij voor staat! Leg het weer af.